Gedichten:
Gekleurd Glas
Lizzy
Kil
Week
De Wacht
Savoir vivre noir
De slapende scharensliep
Schuit met muisjes
Voor Jessica
en Grégor
tweeluik: Hors concours en Hors d’œuvre
Bramen prikken niet
Geboortegedichten:
Lorein
Marieke
Franciska
Gelegenheidsliedjes:
Gank van Teuven op Slennech aa
Engelenkoor
Gilbert is enne brave jong
Cacao drinke mit besjuute
Slagroomtaart
De bergen van Oostenrijk
Oh Jean-Marie
Kammeraod van Jean-Marie
Verhalen:
Hubert
Zonlicht is de oerzaak van elk ons Leven
Hoe groot is de betekenis van Liefde?
In onze Kosmos zo immens, zijn we nietig.
Ga op zoek naar wat Liefde kan geven
en zie hoe klein het Alles schijnt te zijn
Onwetendheid mag niet verloren gaan
Geniet, mede door een glas honingwijn
Bezie de zonneschijn, mijn oordeel dijn.
Roest is de kleur van rood
Klein de korst van brood
Rond de lijn van leven
De schijn van spinneweven
Goud de brug van toorn
Drie de vrucht van koren
Wie de poorter van geluk
Die proeft wijn van warme pluk
Man de troef van vrouw
Leer de vacht van trouw
Speels de jongen klein
Leven is het echte zijn.
klanken om te spelen
ranken reikend knuistje
polleke om te strelen
voelen vleiend huidje
proeven om te leren
papje lekker moesje
traantjes gelijk peerlen
prachtig krijtend snoetje
Haaai! Oei, ze kijkt me aan...
't is alsof ik haar al ken.
Hoe hebben ze dat gedaan...
't is alsof ik het zelf ben!
Aaaie Marieke. Mag ik eraan?
Ik geef haar ook een kusje.
Ze heeft 't op mij staan...
Ik heb een lief klein zusje!
Schermen schuilen onder water
tranen huilen twee uur later
Ramen ruilen ijzige stralen
kranen druipen lijzig hun falen
pegels wijzen wankelend
spiegels wanen sprankelend
marmeren tegels lijken stof
twee paar ogen staren dof
Lommer keert nu voor zich uit
kommer weert een nieuw geluid
Zekerheid lijkt weggeteerd
doch spijt werkt omgekeerd
Zo week als boter glijdt het sein
via een ander, ongemerkt tot mijn
gevoelens voor haar
Als voeding het kon stellen
zonder energie, zou het kunnen wellen
tot koloniale waar
Was gesmolten in mijn palm
vol vertrouwen, vorm ik kalm
als een kaars
sprekend waken de kinderen
zonder vaart te minderen
ze schieten hun doel voorbij
want ze kwamen toch voor mij?
er lag een varken in m'n vijver
zwaar en zwart
gallig vol van naijver
het wroette en het vrat.
pas op met onze soort
sliste de salamandrijn
ieder het zijn en steek de moord
wrokte hard het zwijn.
scheergerief van roestvrij staal
schoor het schaapje radicaal
verder bleef het ongeschonden
en won toen onomwonden
dankzij 'n scheve schaats
de strijd met de laatste plaats
Schuit met muisjes
Er is een zee van kinderen,
gevuld met vreugde en veel pret.
’n zeilboot vol met tekeningen.
Hier en daar zelfs een gebed.
In de lucht vliegen de liedjes,
die zingen wij zo graag.
Ook al zijn er soms verdrietjes,
steeds weer leven wij vandaag.
Voor Jessica
en Grégor
Een liefdesgedicht of
een gedicht over liefde
is niet zo zwaar om te beginnen.
Zie, regel 1 is nu al af.
Dan het karwei volbrengen,
lijnen uitzetten, het doel bepalen.
Telkens een nieuwe veer verzinnen,
niet direct op het einde af.
Fijne bochten, een trage omweg,
soms een tweesprong of een val.
Een goed gevoel als je kunt winnen
en gaat er nooit de glans van af.
Steeds de lat wat hoger leggen,
je kunt het zeker, als je maar wilt.
Het gedicht over liefde is nu binnen,
maar het liefdesgedicht is nooit echt af.
Ter gelegenheid van het huwelijk van Grégor
Bollen en Jessica Rausch op 21 juli 2003
Joepie, ik ben een
lentekind!
Net als mijn Poembie.
Gaaf als je me knap vindt,
zoals mijn lieve Moembie.
Lorein en Marieke
zijn m'n grote zusjes,
die zijn echt cool vet!
Elke dag krijg ik heel veel kusjes,
kijk maar eens op internet:
en op de geboortekaart volgde dan het
internetadres met de babyfoto's.
Hors concours
Een oud, krom en stijf gewrocht,
dat zijn leven louter werken mocht,
weet niet beter dan te sleuren,
trekt zijn kar langs poort en deuren.
Het blok aan de halter houdt hem stil
waar zijn kramer ’t hebben wil.
Ebonieten ogen, klepverholen,
oordelen de monotone parolen.
Een andere kleur, een bange sfeer,
strengen komen in ’t geweer.
Het is een stem van gelatenheid,
de klem en spankracht is men kwijt.
Twee halskloppen. Het is gedaan.
Een nieuwe meester dient zich aan.
Achteroverleunen, wat verpozen,
’t zou kostelijk zijn, ’n bed van rozen.
Dat is het werk en leven waard,
van een edel dier, het nobele paard.
De laatste jaren in een tochtige tent,
moleke draaien voor een cent.
Hors d’œuvre
Een goede conditie, prachtige benen,
alles kleeft, diep in de genen.
Een knappe lijn van schoft tot staart,
trots en hoogmoed zijn mijn aard.
Als draver in de wieg gelegd,
steeds paraat voor het gevecht.
Na ’t schot een dwingende zweep,
ras en flitsend naar de streep.
De spanning, de angst, het zweet,
de drukte van mensen bij de vleet,
die stem, zo luid, schalt in m’n kop,
publiek schreeuwt en jaagt ons op.
Weer de overwinning. Het is bekend.
Menigeen beurt een mooie cent.
De ereronde, over het feestterrein,
een fotosessie, mensen zo klein.
Riek nu een paard van ander allooi,
dat moet rondjes lopen voor ’n fooi.
Niet meer dan het verdiende loon,
voor zo’n banale bastaardzoon!
Eerder als tweeluik
gepubliceerd in d'r Koeënwóóf, jaarboek 2008 van Heem en
Natuur Voeren
Bramen prikken niet
Schynonkje wil graag buiten spelen,
met honderd vriendjes tegelijk.
Vraagt de guiten zin te delen,
elk spelonkje is ’n koninkrijk.
Zwermen zwemmen door elkaar,
in het oneindig reservoir.
Vluchtig zweeft een hele school,
op de golfbaan vrij frivool.
Na elke draai een nieuw idee,
alles volgt haar feilloos snel.
En gelukkig doet de ander mee,
dat is zo helder voor het spel.
Plots een roofdier als gevaar,
of een netwerk par hasard.
Dan weer in wat rustig water,
met z’n allen op weg naar later.
Ter
gelegenheid van het afscheid van Jenny Hocks als voorzitter
van het schoolbestuur van de vrije lagere school van
de Plank, Sint-Martens-Voeren, 15 maart 2009.
Ma was vast van plan om de honderd te gaan halen. Als oudste vrouw van Lauw vertelde ze aan eenieder die het horen wilde dat ze al 97 jaar was. De grootste verbazing in haar leven was het licht in haar ogen, dat ze als jong meisje na twee jaren van blindheid weer terug kreeg. "En ge moet niet brillen" had den doctoor haar nog gezegd. Hij heeft gelijk gekregen. Een scherp zicht hield ze tot het laatst.
In haar Godvruchtigheid dankte ze de Heer.
Fier was ze op alles wat zij en haar Pie hadden bereikt en opgebouwd. Op de boerderij was ze vaak de spil van het dagelijks leven. Zeker toen de familie steeds groter werd, droeg ze een grote verantwoordelijkheid. Schrander en wijs ontging haar niets. Voor elk had ze een goed woord of een warme troost, maar zeker niet weekhartig. Een scherp inzicht behield ze tot het laatst.
In haar devotie dankte ze de Heer.
Toch, op andere momenten en steeds vaker, wilde ze graag naar huis of dommelde ze in. Moe maar goed verzorgd kon ze vertrouwen op haar gezin. Een mooi vooruitzicht kreeg ze op het laatst.
In haar vroomheid zag ze de Heer.
Moeke
Een leven vol zorgzaamheid
om te helpen steeds vooraan
nooit bij iemand in het krijt
en voor elk goed gedaan
in zaak en huis eindeloze vlijt
tot in de puntjes er goed op gestaan
op het laatst de weg wat kwijt
maar lieve Sjo, ik kom eraan!
Melodie: By the rivers of Babylon. Tekst in
Voerens dialect, de vertaling staat eronder. Personage: Jef
Roemers.
Gezongen ter gelegenheid van zijn huwelijk met Marie-Roos.
Gank van Teuven op Slennech aa
gank neet te vlot
jao-hao want dao
is 't zoe fie, och huuj nog
Kom 'ns mit os trök nao d'n ouwen tied
't is zoen jaor of dartig lèe
Dao spèelde doe enne gamming
en he veulde zich heem
He dach, hie blief ich veurgood
en he zoch 'n vrouw vol gooie mood
en he boewde zien huuske op
in Nurop
vertaling:
Ga van Teuven naar Slenaken
ga niet te snel
ja want daar
is het zo mooi, ook vandaag nog
Kom eens met ons terug naar de oude tijd
het is zo'n jaar of dertig geleden
daar speelde toen een jongetje
en hij voelde zich thuis
Hij dacht, hier blijf ik voorgoed
en hij zocht een vrouw vol goede moed
en hij bouwde zijn huisje op
in Nurop
Melodie: Mull of Kintyre van Paul McCartney.
Personage: Gilbert Janssen.
Gezongen ter gelegenheid van zijn huwelijk met Marie-Christine
Schlag op 11 september 1999
Engelenkoor
oh hemels genoegen
is wat ik nu hoor
en hoor toch niets liever
dan engelenkoor
hij liep naar Spanje
dat hemelse kind
naar Santiago
in regen en wind
't zat wel wat tegen
maar dacht ik zet door
en hoorde bij zijn aankomst
het engelenkoor
refrein
iedere zondag
de heilige mis
is iets biezonders
als gilbert d'r is
hij neemt de bijbel
en leest ons dan voor
hij kijkt dan omhoog en hoort
het engelenkoor
refrein
zaterdagavond
hij is wel wat moe
wil niet echt uit gaan
maar dwingt zich er toe
hij neemt een drankje
en drinkt alsmaar door
tot ie genoeg heeft en hoort
het engelenkoor
refrein
melodie: Bachelor boy van Cliff Richard. Tekst
in Voerens dialect, de vertaling staat eronder. Personage:
Gilbert Janssen.
Gezongen ter gelegenheid van zijn huwelijk met Marie-Christine
Schlag op 11 september 1999
wie d'r Gilbert nog e menneke waor
dach hae ich blief neet d'r va-an
mit aeëte van de noon waor hae vlot klaor
want sjnuutse doong hae zoe gan
Gilbert waor 'nne bra-ave jong
want hae wos wat 'r nee-eet moch doon
Gilbert waor 'nne bra-ave jong
bis hae d'r chocolaad zoog
d'r Winnitoe-oe en Old Shaterhand
me houw de goi en de sjlechte
Enterprise, Starwars en 'n happy end
he leet ze d'r vör vechte
Gilbert waor 'nne go-ooie jong
want hae dong altied wat 'r moos doon
Gilbert waor 'nne go-ooie jong
bis hae d'r tillevies zoog
hae waor der loeë-ste van oos allemaol
want hae won hiel dèk mit kate
pas dich op es te 'ns foefele wols
hae houw dich in de gate
Gilbert is 'nne ierlikke jong
want hae wet waal wat good is en sjlaeët
Gilbert is 'nne ierlikke jong
en hae hilt zienge rök raeët
vertaling:
toen Gilbert nog een jongetje was
dacht hij ik blijf er niet van af
met het middageten was hij snel klaar
want snoepen deed hij zo graag
Gilbert was een brave jongen
want hij wist wat hij niet mocht doen
Gilbert was een brave jongen
tot hij de chocolade zag
Winnitoe en Old Shaterhand
men had goeden en slechten
enterprise starwars en een happy end
hij liet ze er voor vechten
Gilbert was een goede jongen
want hij deed altijd wat hij moest doen
Gilbert was een goede jongen
tot hij de televisie zag
Hij was de slimte van ons allemaal
want hij won heel vaak met kaarten
pas op als je eens wilde valsspelen
want hij had je in de gaten
Gilbert is een eerlijke jongen
want hij weet wel wat goed is en slecht
Gilbert is een eerlijke jongen
en hij houd zijn rug recht
melodie: Nobelprijs van Clouseau. Tekst in
Oost-Voerens dialect, de vertaling staat eronder. Personage:
Gilbert Janssen.
Gezongen ter gelegenheid van zijn huwelijk met Marie-Christine
Schlag op 11 september 1999, en nog een keer op het
Gouden bruiloftsfeest van zijn ouders op 16 mei 2009.
doa op de Plank zuus te 'n
boerderie
nogal get sjtoetse sjtunt dao op 'n rie
veer sjpaele mit z'n alle potverlos
doe wèts wat-ste mos
En dan kunt de vakans
twei mond lank
zul veer os ammesere
op de koer van de Vaan
en tùssje al de dere
zul veer waardere dat v'r keender zunt
soms dan gunt v'r d'r pap helpe
mit het haole van de keu
of dan mot v'r krote rape
remork vol, dan zeunt v'r meu
cacao drinke mit besjute
of kou sjottel nao 't höj
dat is ech zoonder te sjtute
toch 't fiengste dat er is.
en mit tant Mieneke woord Risk gesjpaeld
ouch mit der Yves hant veer os noets vervaeld
noonk Leo lust zoondig in de gezèt
wat hae toch al wèt ...
En dan kunt de vakans
twei mond langk
zul veer os ammesere
op de koer van de Vaan
en tùssje al de dere
zul veer waardere dat v'r keender zunt
soms dan gunt v'r d'r pap helpe
mit het haole van de keu
of dan mot v'r krote rape
remork vol, dan zeunt v'r meu
cacao drinke mit besjute
of kou sjottel nao 't höj
dat is ech zoonder te sjtute
toch 't fiengste dat er is.
vertaling:
daar op de Plank zie je een boerderij
nogal wat staarten staan daar op een rij
we spelen met z'n allen verstoppertje
je weet wat je moet
en dan komt de vakantie
twee maanden lang
zullen wij ons amuseren
op de binnenplaats van boederij de Varn
en tussen al de dieren
zullen wij waarderen dat we kinderen zijn
soms dan gaan we de pa helpen
met het halen van de koeien
of dan moeten we voederbieten rapen
aanhangwagen vol, dan zijn we moe
cacoa drinken met beschuiten
of koude aardappelsalade na het hooien
dat is echt zonder op te scheppen
toch het mooiste dat er is.
en met tante Mieneke werd Risk gespeeld
ook met Yves hebben wij ons nooit verveeld
oom Leo leest zondag in de krant
wat hij toch al weet ...
en dan komt de vakantie
twee maanden lang
zullen wij ons amuseren
op de binnenplaats van boederij de Varn
en tussen al de dieren
zullen wij waarderen dat we kinderen zijn
soms dan gaan we de pa helpen
met het halen van de koeien
of dan moeten we voederbieten rapen
aanhangwagen vol, dan zijn we moe
cacoa drinken met beschuiten
of koude aardappelsalade na het hooien
dat is echt zonder op te scheppen
toch het mooiste dat er is.
melodie: 't hemelpäörtje van Frits
Rademacher. Personages: Frits en Jenny Janssen.
Gezongen ter gelegenheid van hun Gouden bruiloftsfeest op 16
mei 2009.
Dit is het verhaal en luister goed,
van Jenny en d'r Friets.
Want eens trok hij vol goede moed,
naar Voeren met de fiets.
Daar vond hij het meisje van zijn droom,
nog mooier zelfs dan dat.
Zij was de kers op de slagroom,
zo versierde hij zijn schat
Daar is mijn meisje,
daar is mijn vrouw.
Met gebak en rijstevla,
waar ik zo van hou.
Later als ie nog in voeren kwam,
en van zijn meisje sprak.
Zijn hart stond echt in vuur en vlam
zou trouwen met gemak.
Hij moest weten nog als iedereen
voor dat hij haar bekroont,
dat waar het lekkerst eten is,
ook het beste meisje woont!
Daar is mijn meisje,
daar is mijn vrouw.
Met de koude schotel,
waar ik zo van hou.
melodie: Zie ik de lichtjes van de Schelde
van Bobbejaan Schoepen. Personages: Frits en Jenny Janssen.
Gezongen ter gelegenheid van hun Gouden bruiloftsfeest op 16
mei 2009.
De bergen van Oostenrijk wachten ons op,
vakantie is feest voor ons allen.
We wandelen samen op weg naar de top,
maar Jenny is bang om te vallen.
Ze durft niet meer verder en gaat naar benee,
daar wacht ze dan heel ongerust.
Maar later heeft Friets haar nog voor het diner,
vol passie en liefde gekust.
’t was in de Oostenrijkse bergen,
vol van de prachtige natuur.
Die had voor hen niets te verbergen,
zo schoon en zuiver en zo puur.
’t was in de Oostenrijkse bergen,
daar zijn de toppen wit en blank.
Maar waar is het leven mooier,
dan op de Vaarn van de Plank.
En 's anderen daags lokt de hoogte ons weer,
de stoeltjes lift brengt ons naar boven.
Steeds hoger en hoger, terug kan niet meer,
maar Jenny wil dat niet geloven.
Roland en d'r Friets vliegen plots in de mist,
en Jenny kan ze niet meer zien.
Van schrik roept ze “Friets!” en waar ie nu is?
Dan hoort ze “Ja, wij zijn nog hier…!”
’t was in de Oostenrijkse bergen,
vol van de prachtige natuur.
Die had voor hen niets te verbergen,
zo schoon en zuiver en zo puur.
’t was in de Oostenrijkse bergen,
daar zijn de toppen wit en blank.
Maar waar is het leven mooier,
dan op de Vaarn van de Plank.
Oh Jean-Marie
melodie: Oh
Carolien van Toon Hermans. Personage: Jean-Marie Geelen
Gezongen ter gelegenheid van zijn afscheid als Prins
Jean-Marie I van de Böschuule van Teuven in 2011.
Oh Jean Marie
Oh Jean Marie
kóm mit oos d'r uul oet laote
Oh Jean Marie
Twei doezend ellef is noe zjuus veurbie
't ganse jaor gefieës mit Jean Marie
't zit 'm in zieng knuuëk
bis aovenop zie vel
en boeten ee g'n sjtraot
dao zingt d'r Bösjuul hel
Oh Jean Marie
Oh Jean Marie
kóm mit oos d'r uul oet laote
Oh Jean Marie
Mellody ós zangkoer
hilt zieng sjtöm d'r bie
alt sopraan en tenor
zinge mit d'r Jean Marie
Oh Jean Marie
Oh Jean Marie
kóm mit oos d'r uul oet laote
Oh Jean Marie
kóm mit oos d'r uul oet laote
Oh Jean Marie
kammeraod
van Jean-Marie
melodie: Hand in
hand kameraden, clublied van Feijenoord. Personage:
Jean-Marie Geelen
Gezongen ter gelegenheid van zijn afscheid als Prins
Jean-Marie I van de Böschuule van Teuven in 2011.
Kammeraod, allezelaeve,
kammeraod, van Jean-Marie!
't is dich gegae-aeve,
laeve Jean-Marie!
2x
Mos te weite wie 't geit,
usj op truuk, of aandersum.
Vreugs dich aaf wie t'n 't deit,
'nne boom, hae rit 'm um.
Mèlke dèèt 'r op't geveul,
want 'n koo, die haat veer
daeme.
En zieng jonges deunt hiel väöl,
z'hant 't neet van 'nne vraeme.
Hae is blie mit dich d'rbie,
zoe is d'r Jean Marie!
Kammeraod, allezelaeve,
kammeraod, van Jean-Marie!
't is dich gegae-aeve,
laeve Jean-Marie!
2x
Mos te weite wie 't geit,
usj op truuk, of aandersum.
Vreugs dich aaf wie t'n 't deit,
'nne boom, hae rit 'm um.
Mèlke dèèt 'r op't geveul,
want 'n koo, die haat veer
daeme.
En zieng jonges deunt hiel väöl,
z'hant 't neet van 'nne vraeme.
Hae is blie mit dich d'rbie,
zoe is d'r Jean Marie!
Hubert
In het dorp kent iedereen Hubert wel. Hij woont alleen in
een oud boerderijtje waar hij als enig kind bij zijn ouders
opgroeide. Die waren ondertussen al jaren dood. Vrij kort na
elkaar gestorven onder onduidelijke omstandigheden. Maar
niemand sprak er ooit over. Waar Hubert zich nu de hele dag
mee bezig houdt stelt zich ook niemand vragen over. Hij
heeft een paar dieren, een eigen tuin en fruitbomen in de
huisweide. Je ziet hem nooit op de markt of in de winkel.
Hij zorgt volledig voor zichzelf. Jawel, een paar dingen
koopt hij wel. Tabak heeft hij nodig voor zijn eeuwige
sigarettenstompje. Dat stompje brandt eigenlijk zelden. Het
is eerder een beetje doorweekt. En hagelpatronen, voor de
jacht. Hij heeft wel geen jachtvergunning, maar Charles van
de ijzerwinkel zet die paar patronen voor Hubert op zijn
eigen naam. Ze waren vroeger vrienden.
In het najaar zet Hubert een tafeltje buiten met zakjes
walnoten. Een krijtbordje vermeldt 2,50 / zakje. Veel te
veel natuurlijk, er zijn mensen die ze gratis weggeven.
Alleen een argeloze wandeltoerist laat zich vangen,
gecharmeerd door de landelijke sfeer van Huberts groezelige
boerderijtje. Vlak bij het tafeltje ligt aan een nét te
korte ketting de magere hond Perro de noten te bewaken. Geen
rashond natuurlijk, maar een kruising tussen een beagle en
een terrier en ongetwijfeld nog wat andere invloeden. Zijn
valse gegrom met ontblote tanden en af en toe een scherpe
blaf werkt niet stimulerend op de verkoop. Zijn voer bestaat
uit de restjes van Huberts avondeten. De afgekloven botjes
van konijn of duif zijn voor hem een delicatesse. Dikwijls
krijgt Perro bij het voeren eerst nog een stamp van Hubert.
Om wat plaats te maken, of zomaar, uit gewoonte. Perro kermt
allang niet meer en incasseert hongerig.
Als Hubert al eens naar het dorp gaat neemt hij zijn oude
Piaggio brommer. Mensen zien hem dan al van ver komen,
duidelijk herkenbaar aan zijn scheefgezakte houding. De
meesten maken zich onopvallend uit de voeten. Dan hoeven ze
niks tegen Hubert te zeggen. Ook in het café valt het een
beetje stil als hij binnenkomt en in een hoekje aan de bar
gaat zitten. Natuurlijk heeft hij in de gaten dat er stil
gefluisterd en gegniffeld wordt. Terug buiten is het een
opluchting als de belhamels niet de banden van de Piaggio
hebben leeggelaten. Al schamen ze zich helemaal niet om
Hubert bij zijn aftocht nog met een paar stenen of kluiten
aarde na te gooien.
Op jacht gaat zijn voorkeur uit naar duif. Daar is hij heel
goed in. Hij heeft zo zijn favoriete plekken in het bos waar
hij lange tijd geduldig op een blokje hout kan zitten
wachten tot er in een boom een gewillig slachtoffer komt
aangefladdert. In de buurt passeren wel eens wandelaars of
fietsers, maar die zien hem niet zitten. Zijn gestalte gaat
volledig op in het donkere lijnenspel van boomstammen,
takken en stronken. Maar Hubert ziet wel iedereen. Ook de
sullige Gerard die hij zo hartgrondig haat. Doelloos staat
Gerard wat het bos in te gapen, het lijkt alsof hij Hubert
kan zien, maar reageert niet. Nee, hij ziet hem blijkbaar
niet. Waarom staat die juist dáár heen en weer te wiegen?
Hubert neemt traag zijn geweer en richt het op Gerard.
Langdurig bekijkt hij hem door het vizier. Hij zou hem zo
kunnen raken. Dan doet hij alsof hij de trekker overhaalt en
maakt hij met zijn lippen een zacht knalgeluid met een
naruisende keelgalm. En nog een keer, het kost toch geen
hagelpatronen op die manier en hij heeft er wel veel plezier
van. Waarom krijgt die sul in het dorp toch altijd de
lachers op zijn hand? Iedereen vindt hem maar een goedzak en
ze nemen hem ook altijd in bescherming, terwijl hij toch ook
stommiteiten uithaalt. En iedereen altijd maar helpen, en
voor niks nota bene, de onnozelaar! En dan te bedenken dat
Hubert juist hém had geleerd hoe hij stroppen moest maken
van ijzerdraad en waar die geplaatst moeten worden om zo de
meeste konijnen te vangen. Het zou wel fijn zijn geweest als
Gerard voor hem elke dag de stroppen zou gaan nalopen,
controleren, de buit verzamelen en de stroppen opnieuw zou
plaatsen. Dat zou hem heel veel tijd besparen. Maar nee, dat
vond Gerard maar zielig voor de arme beestjes. Gerard heeft
hem wel niet bewust verraden, maar in zijn onnozeligheid is
het toch ter ore gekomen van de veldwachter. Die heeft het
dan wel niet kunnen bewijzen, maar sindsdien is het dubbel
oppassen niet gepakt te worden. Een duif schieten mag ook
niet, maar lang nadat Gerard was doorgelopen knalde het dan
toch echt. Eén keer maar en tevreden ging Hubert weer naar
huis.
Thuis was Perro losgebroken. Dat gebeurde wel eens vaker,
zijn halsband had Hubert al meerdere keren een gaatje
strakker moeten zetten. Als de hond dan de kans krijgt gaat
hij uitgebreid de vrije natuur in en blijf dagenlang weg.
Soms denkt Hubert dat Perro helemaal niet meer terugkomt en
dat zou ook niet erg zijn, want hij had toch niet zoveel aan
dat beest. Maar ondanks dat het leven thuis niet zo geweldig
aangenaam is, komt Perro toch steeds weer terug. Uit
gewoonte misschien, of omdat hij behoefte heeft aan zijn
droog onderkomen. De dagen gaan rap voorbij en na verloop
van tijd dacht Hubert helemaal niet meer aan zijn hond. Tot
precies een week later Perro weer op zijn plek ligt. Maar
hij is wel erg stil. Normaal komt de hond ook niet van
vreugde op Hubert afgesprongen, maar nu kijkt de hond hem
hulpeloos aan. Hij blijkt een grote gapende wond te hebben
opgelopen achter zijn voorpoot. Zijn hele borstkas ligt
open. Dit is geen ongelukje geweest, denkt Hubert. Heeft
iemand hem wat aangedaan? Maar welk mens doet zoiets.
Natuurlijk! Geen mens, maar een beest doet zoiets. Een wild
zwijn misschien. Perro is natuurlijk op het verkeerde moment
op de verkeerde plaats uitgekomen met zijn gesnuffel! Hubert
weet eigenlijk niet zo goed wat hij nu moet doen. De
dierenarts roepen misschien? Maar die heeft hij de vorige
keer niet betaald, omdat hij zogenaamd niet tevreden was. Of
die nu nog zou komen? Maar al heel snel ging het achteruit
met Perro. Zachtjes miemend kruipt hij wat naar Hubert toe,
waarbij Hubert zich wat ongemakkelijk voelt. Hij streelt
zachtjes over zijn kop en merkt dat de hond aan zijn laatste
ademtocht bezig is. Hubert wordt nu overwelmd van verdriet
en terwijl Perro sterft zakt Hubert zwaar snikkend naast hem
neer. Nooit meer zal hij nog een hond nemen.
Joep Buysen, april 2020